Moorse landschildpad: verzorging, profiel en voeding
De Moorse landschildpad is een kleine tot middelgrote schildpadsoort die inheems is in Noord-Afrika, het Middellandse Zeegebied en Azië. Er zijn in totaal tien ondersoorten, waarvan de grootste meer dan vijf kilo kan wegen en een schildlengte van ongeveer 35 centimeter kan bereiken.
Profiel Moorse landschildpad
- Wetenschappelijke naam: Testudo graeca
- Omvang: schildlengte tot 35 cm (aanzienlijke verschillen afhankelijk van de ondersoort)
- Gewicht: meer dan 5 kg (aanzienlijke verschillen afhankelijk van ondersoort)
- Leeftijd: 60 tot 80 jaar
- Bereik: Noord-Afrika, Azië, Europees Middellandse Zeegebied
- Habitat: varieert afhankelijk van het verspreidingsgebied
- Houden: buitenverblijf met koelbox
- Dieet: talrijke planten en verschillende ongewervelden
- Leefwijze: overdag
- Winterrust: ja
Uiterlijk van de Moorse landschildpad
Volwassen Moorse landschildpadden hebben een glad, gebogen dorsaal schild, een smal, langgerekt nuchaal schild en een meestal ongedeeld caudaal schild. Grote exemplaren bereiken een schildlengte tot 35 centimeter en een gewicht van meer dan 5 kilogram. Hoe groot en zwaar de dieren daadwerkelijk worden, hangt echter niet in de laatste plaats af van de respectieve ondersoorten.
De kleur van het rugschild kan sterk variëren afhankelijk van de habitat en kan variëren van lichtgrijs tot zandgeel tot olijfkleurig en lichtbruin. Hoe ouder Moorse landschildpadden worden, hoe meer uitgebleekt de kleur van het rugschild lijkt. Het buikschild, dat duidelijk verdikt is aan de voorkant, heeft een beweegbaar scharnier aan de achterkant en is normaal donker van kleur.
Ondersoorten van de Moorse landschildpad
Het enorme verspreidingsgebied van de Moorse landschildpad heeft geleid tot het bestaan van talrijke ondersoorten van deze schildpadsoort. Huidige studies gaan uit van een totaal van 10 variëteiten, die worden onderverdeeld in westelijke en oostelijke ondersoorten.
Westelijke ondersoort van de Moorse landschildpad:
- Testudo graeca moroccensis (Marokkaanse landschildpad).
- Testudo graeca cyrenaica (Cyrenaica schildpad)
- Testudo graeca graeca (Moorse landschildpad)
- Testudo graeca nabeulensis (Tunesische landschildpad)
- Testudo graeca soussensis (dalschildpad)
Oostelijke ondersoort van de Moorse landschildpad:
- Testudo graeca buxtoni (Kaspische landschildpad).
- Testudo graeca armeniaca (Armeense landschildpad)
- Testudo graeca ibera (Euraziatische landschildpad)
- Testudo graeca zarudnyi (Perzische landschildpad)
- Testudo graeca terrestris (Levantijnse landschildpad)
Habitat van de Moorse landschildpad
Door hun zeer grote verspreidingsgebied hebben Moorse landschildpadden zich in de loop der tijd aangepast aan zeer verschillende klimatologische omstandigheden en habitats. Zo kunnen ze zich zowel handhaven in het mediterrane klimaat van Griekenland als in de steppenlandschappen van Azië met hun koude winters en in de droge halfwoestijnen van Noord-Afrika.
Als warmbloedige dieren zijn Moorse landschildpadden van nature afhankelijk van voldoende hoge temperaturen. Afhankelijk van de habitat en het seizoen kunnen deze echter soms te hoog zijn, waardoor de dieren oververhit raken.
Als het erg warm is, trekken Moorse landschildpadden zich daarom terug tussen rotsspleten of begraven ze zich zelfs in de grond. In de zomer zijn ze vooral 's ochtends vroeg en 's avonds laat actief. In woestijngebieden vallen Moorse landschildpadden soms zelfs in een zogenaamde zomerslaap als de temperaturen bijzonder hoog zijn.
De Moorse landschildpad houden
De oostelijke ondersoorten van de Moorse landschildpad zijn geschikter om als huisdier te houden dan hun westelijke soortgenoten. Dit komt omdat deze laatste aanzienlijk hogere eisen stellen door de omstandigheden in hun natuurlijke habitat. Daardoor zijn ze minder stressbestendig en vatbaarder voor ziektes.
Desondanks hebben Moorse landschildpadden een voldoende groot buitenverblijf nodig om in de zomer op de juiste manier gehouden te worden. Omdat de dieren de voorkeur geven aan vrij hoge temperaturen, moet het schildpaddenverblijf op een zonnige plek staan. Daarnaast zijn een verwarmd onderkomen en een kweekbak onmisbare basisuitrusting.
Een omheining van ongeveer 40 centimeter hoog zorgt ervoor dat de dieren niet kunnen weglopen. Voor jonge dieren is het ook aan te raden om ze te bedekken met gaas om ze te beschermen tegen mogelijke roofdieren zoals vogels en marters.
Dieet van de Moorse landschildpad
Moorse landschildpadden voeden zich voornamelijk met plantaardig voedsel. Hun dieet bestaat uit een breed scala aan verschillende planten. Naast peulvruchten zijn dat onder andere kruidnagel en boterbloemen en een aantal zoete grassen.
In het wild eten Moorse landschildpadden soms verdroogde planten als er weinig voedsel is. Soms eten ze zelfs giftige planten als het beschikbare voedselaanbod niets anders biedt.
Naast planten eten Moorse landschildpadden echter ook ongewervelde dieren, zoals verschillende insecten of slakken. Het aandeel dierlijk voedsel is bij volwassen vrouwtjes meestal groter dan bij jonge schildpadden en mannetjes.
Levensverwachting van de Moorse landschildpad
De levensverwachting van de Moorse landschildpad ligt meestal tussen de 60 en 80 jaar. Soms zijn er meldingen van dieren die ouder zijn dan 100 jaar. Dit zijn echter waarschijnlijk geïsoleerde gevallen.
Winterslaap bij de Moorse landschildpad
Afhankelijk van hun leefomgeving en de heersende temperaturen, gaan ook Moorse landschildpadden in winterslaap. Exemplaren die als huisdieren worden gehouden, moeten daarom ook de mogelijkheid hebben om een winterse rustperiode door te brengen. Anders groeien de dieren te snel en worden ze bovendien vatbaarder voor ziekten.
In principe kunnen Moorse landschildpadden zich ook ingraven in hun buitenverblijf om te overwinteren. In dit geval is het echter noodzakelijk dat de dieren beschermd worden tegen grondvorst. Hiervoor kunnen ze worden voorzien van een goed uitgerust slaaphuisje of een koelbox.
Als alternatief is het ook mogelijk om een geschikte winterslaapbox in een koelkast te gebruiken als winterverblijf. Deze aanpak heeft het voordeel dat de temperatuur tijdens de winterslaap bijzonder nauwkeurig kan worden geregeld.
Voortplanting en voortplanting van de Moorse landschildpad
De paartijd van de Moorse landschildpad begint na de winterslaap. Mannetjes kunnen soms hevig vechten om de vrouwtjes. Tijdens de voortplantingsdaad zelf maakt de mannetjesschildpad duidelijk hoorbare geluiden.
Tussen april en juni legt het vrouwtje dan één tot drie eieren, die elk vijf tot acht eieren bevatten. Hiervoor graaft ze een kuil van ongeveer 10 centimeter diep, die ze na het leggen van de eieren zorgvuldig afsluit. Na een incubatietijd van 60 tot 100 dagen komen de jongen uiteindelijk uit het ei.
Aangezien vrouwelijke Moorse landschildpadden extreem gevoelig zijn voor temperatuurschommelingen tijdens het leggen van de eieren, kan het gebruik van een warmtelamp nodig zijn bij het kweken in gevangenschap. Hoe dan ook, eens de eieren gelegd zijn, kunnen ze voorzichtig uitgegraven en in een broedmachine geplaatst worden.
Een Moorse landschildpad kopen
De Moorse landschildpad is een bedreigde diersoort. Daarom moet voor het kweken en verkopen van de dieren een vergunning worden aangevraagd. Daarnaast ben je als eigenaar verplicht om je Moorse landschildpad te registreren bij de lokale autoriteiten. Let op: de registratie van het dier betekent niet dat je tegelijkertijd een kweekvergunning hebt.
Voordat je een Moorse landschildpad koopt, moet je je ook bewust zijn van de hoge levensverwachting en de vereisten die in acht moeten worden genomen met betrekking tot de soortgerichte houderij.
Leave your comment